Het begon met een gekregen bak vol garens.
Holst Garn Noble, 95% Geelong wol/ 5% kasjmier.
Geelong wol is de fijnste soort merino lamswol.
Uit het boek Shetland met patronen van Marie Wallin
had ik een patroon voor een vest gekozen.
Model Ninian.
Wel aangepast omdat ik het in het rond wilde breien met een doorknipbies
en een ronde hals.
De kleurenpatroontjes breiden snel met maar 2 kleuren per naald.
Dit is het pand met de 2 mouwen.
Armsgaten en mouwen ook met doorknipbies.
Alles met de naaimachine goed gezigzagd en doorgeknipt.
Mouwen ingezet.
Steken opnemen voor de voorbiezen.
Knopen uitzoeken. Uiteindelijk kokosknopen gevonden.
Nog een bandje tegennaaien om de kniprand te verbergen.